Cor de Beer.
Twee jaar geleden waren we met ons kleinkind op Texel. We belandden ook in het museum Kaap Skil in Oudeschild. Een prachtig museum over het eiland de geschiedenis; maar vooral “dat wat Texel, Texel maakt”, werd daar gepresenteerd.
De oude kern van het museum is het Juttermuseum. Een mooie oude schuur, met heel veel rommel.
Rommel die je herkent, als je tussen je oogharen door in je eigen geschiedenis kijkt en de vloedlijn vol spullen ziet liggen. Je kon er vlotten van bouwen, je zag Derpers met fietsen volgestouwd met spullen langskomen, er was altijd wel wat te vinden.
En het waaide ook altijd….
In het museum, waar alles op soort uitgestald staat, kwam ik ook een uitstalkast tegen, met allemaal snoepblikjes. Dat zorgde er voor, dat ik nog verder door m’n oogharen mijn eigen historie probeerde te bekijken.
Mijn vader (ook Jan Stam) was bevriend met Cor de Beer. Ze zagen elkaar minimaal elke zondagmiddag. Cor had mijn vader geholpen toen het niet goed ging, in de jaren dertig. Mijn vader kon netten breien in de schuur achter Cor zijn huisje aan de Julianastraat. Het huisje en het schuurtje staan er nog, nu bewoond door een Derper die voorheen problemen met kammen had.
Vaak gingen mijn vader en ik op zondagmiddag bij Cor langs. Ik zal een jaar of vier geweest zijn. De kameraden bespraken de stand van zaken in Derp, de visserij en de wereld. Ik zat er bij en keek er naar.
Steevast kwam het moment dat Cor opstond en naar zijn theekast liep. Steevast pakte hij een klein trommeltje. Steevast vertelde hij dat hij weer “nieuwe snoepies op strangt evongen ‘ad”. Met een verhaal hoe hij ze dit keer tussen een stuk oud net weggehaald had, of tussen haaie-eieren. Of het zat in een olievat, dat hij meegenomen had. Soms had hij ze begraven onder de duin om te voorkomen dat de politie ze afpakte.
En steevast zat ik als mannetje van een jaar of vier met grote ogen naar hem te kijken. En bekeek het snoepje onderzoekend of er geen olieresten op zaten.
Als ik het in mijn mond gestoken had, was alles weer in orde.
Steevast had mijn vader een zeldzame twinkeling in zijn ogen als dit ritueel zich voltrok.
En dat trommeltje in het juttermuseum lijkt wel erg op het trommeltje van Cor de Beer.